‘Blondes have no soul’ werd reeds gemaakt in 2001, en vond zijn wereldpremière in Japan, toen Pé artiste in residentie was in het Kyoto Art Center, intensief Noh studeerde en samenwerkte met Akira Kasai en Min Tanaka. Dit was haar eerste werk dat geen narratief verhaal wou vertellen en dans wou ontdoen van elk atmosferisch element. Gaandeweg werd het een statement tegen het gebanaliseerde en geërotiseerde gebruik en het tonen van naaktheid in hedendaagse dans. Hier stelt Pé naaktheid op een pure, niet provocatieve, maar evidente en natuurlijke wijze voor. Deze naaktheid is enkel die van een vrij, niet-getraumatiseerd dansend lichaam.
De grote uitdaging van dit werk is het non-stop dansen in een haast absolute stilte. De soundscape bestaat enkel uit Pé’s ademhaling en vier krachtige lamentaties gebaseerd op traditionele Noh liederen. Een paar keer verstoort een 7 seconden durende soundtrack van Pahle Dählstadt de stille gebeurtenis.
Met dit werk verzoekt Pé duidelijk om hedendaagse dans anders dan gewoonlijk te beleven en te bekijken. Met gelaatsuitdrukkingen, subtiele bewegingen en minimale gestes rijgt ze een hypnotiserende stroom van ervaringen aan elkaar. Dans is hier een bewegende sculptuur. Het werk geeft een bijzondere tijdservaring om te contempleren en te voelen.
‘Blondes have no soul’ is een radikale solo dans ontstaan vanuit het verlangen om te ontdekken wat een danser kan communiceren of aan het publiek kan aanreiken wanneer hij/zij zich enkel toeverlaat op beweging, zonder narratieve of zelfs emotionele context, zonder muzikale ‘ondersteuning’. Dit werk ontstond vanuit het verlangen te ontdekken of de danseres/performer enkel met haar lichaam, dans en stem ook een publiek zou kunnen raken. Het resultaat van deze vraagstelling, die een nog steeds verder durend proces is, was dit werk voor naaktheid, stilte en wit. Een volledig zuiver en energetisch werk, waarin, zoals in een abstract schilderij, het mogelijk is, een reis te ondernemen. De witte scène van ‘Blondes’ is zoals een maagdelijk wit doek waarop oneindig veel, maar steeds heldere lijnen getekend worden.
‘Blondes have no soul’ is gemaakt voor een toekomst waarin er geen plaats meer is voor theatraliteit, maar waar enkel nog een eeuwig durende cyclus van dans en zang bestaat. De voorstelling is een manier van zijn, gegrepen uit deze cyclus. Omdat er geen narratief kader is dat verhaalt over politiek of sociaal relevante thema’s ontstaat de betekenis enkel in het soort lichaam dat wordt voorgesteld en het soort energie dat het communiceert. Met dit werk ontwikkelt ze de steunpilaren van haar danstaal en ontdekt ze het belang van het denken tijdens de act van haar lange improvisatorische dans.
Dans is hier een complexe en hypersensibele zijnstoestand. Geen enkele beweging is geanticipeerd, maar wel is de kwaliteit waarin wordt bewogen vastliggend. In een lange continue improvisatie van één tot twee uren, zoekt Pé om ongrijpbaar en onvoorpelbaar te zijn, steeds veranderend. De dans wentelt zich heel expliciet in een paradox en creëert de complexiteit in een verfijnde motoriek en lichaamsbewustzijn, een sterke verbeeldingskracht en een diepgaand gevoel van overgave. Zoals een snelstromende rivier ook een ontspannend gevoel kan teweeg brengen, zoekt zij met haar dans doorheen een veelheid aan beweging een innerlijke rust de creëren. ‘Inner speed is slow, outer speed is fast’.
Met ‘Blondes have no soul’ reikt Pé naar een dans, zo complex als een regenwoud; bewegingloos uitgestrekt en groots als geheel, maar samengesteld uit tal van onvoorspelbare, onwaarneembare en ondefinieerbare bewegingen. Waar begint en eindigt de beweging van het regenwoud. Regendruppel, kikker, wolk, tong van de gifslang, bomen die vallen, natte aarde …
Dit lichaamswerk, resultaat van een lang nomadisch proces, brengt ze naar de scène, in het hier en nu. Hoe kan een danser de complexiteit van de samenleving en globaliserende communicatie en omgeving terugbrengen naar een puur lichamelijk werk ?
‘Ik weet niet precies wat ik geef aan het publiek, want dat hangt ook van ieder afzonderlijk af. Ik weet alleen ‘dat’ ik geef en hoe meer ik leef, hoe meer ik geven kan. Ik zoek naar het wonderlijke, spirituele en rituele, en probeer zichtbaar te maken wat onzichtbaar is. Ik probeer te verbinden, anders heeft noch dans noch kunst voor mij zin’.
Credits :
Scenografie, concept, dans : Pé Vermeersch
7” geluid : Pahle Dählstadt